Vijfdelige mini blogserie

Voor iedereen, van nieuwsgierige beginner tot ervaren ecosystemer, heeft InnoValor een vijfdelige mini blogserie samengesteld met vijf vragen (en antwoorden!) over ecosysteem innovatie.

In deze serie duiken we dus dieper in ecosysteem innovatie: wat het is, waarom is het cruciaal en hoe pas je het succesvol toe? We verkennen de succesfactoren en uitdagingen, delen praktische tools en laten zien hoe je anderen meekrijgt om zo’n ecosysteem op te zetten. Met een concreet praktijkvoorbeeld brengen we de theorie tot leven.

Dus, of je nu ecosysteem innovatie beter wil begrijpen, er een wilt opzetten, of samenwerkingen wil versterken, deze serie geeft je inzichten én handvatten om ecosysteem innovatie beter te snappen en toe te passen.

Deel I - Wat is ecosysteem innovatie

Voor de één is ecosysteem innovatie samenwerkingen tussen organisaties, voor de ander draait het om technologie en netwerken. Weer een ander ziet het als de sleutel tot versnelde innovatie. Maar wie heeft er gelijk? In deel I bespreken we daarom de vraag: Wat is ecosysteem innovatie nou precies?

Hoewel de definities van ecosysteem innovatie sterk uiteenlopen, is er ook onderzoek om de definitie weer in harmonie te brengen. Granstrand en Holgersson (2019) komen op basis van maar liefst 21 definities tot de volgende definitie van ecosysteem innovatie: ecosysteem innovatie is het steeds veranderende geheel van actoren, activiteiten en artefacten, instituties en complementaire en substituerende relaties, die belangrijk zijn voor de innovatieve prestaties van een actor of een groep actoren.

Hoewel Granstrand en Holgersson een harmonieuze definitie hebben opgesteld, blijft deze nogal complex. Daarom hebben we de definitie verder ontrafeld om het beter en makkelijker te begrijpen.

  • Actoren: Omvat alle betrokken partijen. Voorbeelden zijn universiteiten, overheidsinstellingen, investeerders, en bedrijven uit de markt.
  • Activiteiten: Omvat alle processen, handelingen en acties die plaatsvinden in het ecosysteem. Voorbeelden zijn onderzoek, productie, marketing en het delen van kennis.
  • Artefacten: Omvat alle producten en diensten, tastbare en ontastbare middelen, technologische en niet-technologische middelen en andere soorten systeem input en output. Voorbeelden zijn prototypes en technologieën, platformen, methodes, dataverzameling en kennis.
  • Instituties: Omvat alle formele en informele regels, normen en beleidskaders die het ecosysteem sturen. Voorbeelden zijn wet- en regelgeving, contractuele afspraken en culturele waardes.
  • Complementaire relaties: Collaboratieve/samenwerking relaties. Bijvoorbeeld een universiteit die samenwerkt met een bedrijf.
  • Substituerende relaties: Competitieve/vervangende relatie. Bijvoorbeeld een nieuwe technologie die een bestaande technologie vervangt.

Uiteindelijk draait ecosysteem innovatie dus over innovatie netwerken. Dus hoe werk je samen om te innoveren en vooral als het gaat om innovaties die je niet zelfstandig kan realiseren. Kort gezegd is ecosysteem innovatie dus een samenhangend en dynamisch geheel wat gericht is op het stimuleren van innovatie door samenwerkingen.

Zo hebben we de definitie van ecosysteem innovatie in een notendop ontrafeld. Maar waarom zijn deze ecosystemen zo belangrijk? Dat lees je in deel II!