Een beetje smartphone, zoals een Samsung S8, heeft bijna 20 sensoren. Het meet versnelling, lucht- druk, locatie, houding, nabijheid, aardmagnetisme, licht en hartslag. Oh ja, je kunt er ook mee bellen. Andere wearables, zoals Fitbit en smart watches, meten ook lekker mee. Je slimme weegschaal houdt je gewicht in de gaten en tegelijkertijd wordt de luchtkwaliteit in huis gecontroleerd.
Alles is meetbaar. Het gaat niet om een fictief scenario, maar over dat wat nu als consumentenelektronica in de winkels ligt. In 2007 introduceerden Gary Wolf en Kevin Kelly van het tijdschrift Wired de term Quantied self. In een zin is quantied self “jezelf kennen door te meten”. Enerzijds is het de term voor alle devices die het mogelijk maken om zaken aan jezelf te meten. Waar je bent, wat je doet, hoe je lichaam reageert enzovoorts. Anderzijds is het naam van een community van mensen die experimenteert met meten aan zichzelf en daarin verbanden te zoeken.
De huidige stand van zaken in technologie moet tien jaar geleden nog een droom zijn geweest voor Wolf en Kelly. Een moderne smartphone kent tientallen sensoren. Die luxe hadden zij nog niet: de iPhone werd pas in juni 2007 geïntroduceerd in de VS.