Waarom deze strategie?

De roep om bescherming van kinderen online wordt steeds luider. In de Kamer klonk de vraag naar een breed kader voor “kinderrechten in de digitale wereld”. De overheid erkent dat bestaande wetten, zoals de AVG en de Digital Services Act, niet alle uitdagingen dekken. Want hoe ga je om met algoritmische beïnvloeding, verslavend ontwerp of kinderarbeid in vlogs?

Toch mag de discussie niet alleen juridisch blijven. Het gaat óók om de ethische vraag: welke plek geven we kinderen in de digitale ruimte? Kinderen zijn geen passieve gebruikers die we enkel moeten afschermen. Het zijn actieve deelnemers die hun identiteit vormen, relaties opbouwen en creativiteit laten bloeien. Beleid moet hen daarom erkennen als burgers met rechten én verantwoordelijkheden online. Beschermen is noodzakelijk, maar minstens zo belangrijk is het scheppen van een digitale omgeving waarin kinderen zich veilig, vrij en met respect kunnen ontwikkelen.

De vijf beleidslijnen: wat gaat er gebeuren?

De strategie rust op vijf lijnen: strengere regels rond verslavend ontwerp en digitale kinderarbeid, betere ondersteuning van ouders, structurele verankering van digitale geletterdheid in het onderwijs, actieve betrokkenheid van kinderen zelf en structurele samenwerking met maatschappelijke en private partners.

Dat is geen geringe ambitie. Het laat zien dat de overheid inzet op een brede aanpak: niet alleen reguleren, maar ook capaciteiten versterken, niet alleen beleid opleggen, maar ook co-creatie stimuleren.

Sterke punten en uitdagingen

De kracht van deze strategie is haar integrale karakter. Ze verbindt wetgeving, educatie en samenwerking, en betrekt een breed netwerk van spelers: van platforms tot scholen, van maatschappelijke organisaties tot toezichthouders. Ook is er oog voor educatie als tegenhanger van regulering: kinderen sterker maken in plaats van ze alleen te beschermen.

Toch zijn er duidelijke uitdagingen. De implementatie en handhaving van nieuwe regels vormen bijvoorbeeld een cruciale vraag: hoe kan naleving worden gegarandeerd, zeker richting internationale platforms. Daarnaast is er de kwestie van schaal en middelen: scholen, ouders en maatschappelijke organisaties hebben zeer uiteenlopende capaciteit om bij te dragen, wat het realiseren van een gelijk speelveld lastig maakt. Ook de dynamiek van technologie speelt mee. Nieuwe risico’s en toepassingen kunnen zich in hoog tempo aandienen, waardoor de strategie wendbaar en flexibel moet blijven om niet binnen enkele jaren achter te lopen. En dan is er co-creatie: een prachtig ideaal, maar het vraagt tijd, begeleiding en vertrouwen om jongeren echt een stem te geven. Anders blijft het bij symboliek.

Wat betekent dit voor ons?

De strategie Kinderrechten Online markeert een ambitieuze poging om de digitale leefwereld van kinderen veiliger, rechtvaardiger en meer participatief te maken. Maar de echte uitdaging ligt in de uitvoering. Het vraagt niet alleen om daadkracht van de overheid, maar ook om betrokkenheid van bedrijven, scholen en maatschappelijke organisaties.

Hier zien wij als Innovalor een rol. Wij kunnen de brug slaan tussen beleid en praktijk. Denk aan het ontwikkelen van workshops over AI-geletterdheid, het ontwerpen van tools en kaders, of het opzetten van co-creatieprojecten waarin jongeren zelf meewerken aan de oplossingen.