De vraag is dan ook: hoe stimuleer je mensen en organisaties om een innovatief ecosysteem op te zetten? Daarom hierbij vijf belangrijke stimulansen die helpen om een ecosysteem op te zetten!

1. Geef concreet bewijs van succes

Succesvolle voorbeelden zijn essentieel om beweging te krijgen. Mensen willen weten: werkt dit echt? Theorie en modellen kunnen inspireren, maar uiteindelijk overtuigen vooral de concrete resultaten. Een voorbeeld laat zien hoe een ecosysteem in de praktijk functioneert en vooral wat het oplevert. Dit werkt nog beter wanneer de voorbeelden overeenkomen met de uitdagingen of sectoren die je in ‘jouw’ ecosysteem wil aanpakken. Een voorbeeld uit Parijs: daar is veilig recreëren in stedelijk water een uitdaging. Op warme dagen ontstaan daar, net als in veel andere steden, gevaarlijke situaties wanneer mensen verkoeling zoeken door in het water te springen. Parijs heeft deze uitdaging via innovatie ecosystemen op slimme wijze aangepakt. Het kanaal wordt nu tijdsgebonden gebruikt: in de ochtend is het gereserveerd voor scheepvaart en aan het einde van de dag is er ruimte voor recreatie. Deze aanpak biedt concreet bewijs van het succes van innovatie ecosystemen, wat als inspiratie kan functioneren voor gebieden waar vergelijkbare uitdagingen spelen, zoals in Amsterdam. Zo kan een voorbeeld uit Parijs abstracte plannen geloofwaardig maken, beweging creëren en overtuigen dat innovatie-ecosystemen de investering waard zijn.

2. Gebruik wetgeving als katalysator

Soms is de stimulans extern: wanneer een wettelijk verplichting in werking treedt, kan deze zo complex zijn dat geen enkele actor deze uitdagingen alleen kan oplossen. Een innovatie-ecosysteem met verschillende actoren wel. Denk aan de Europese Digitale Identiteit (EDI) wallet, een digitale wallet waarmee burgers in de hele EU veilig kunnen inloggen en hun gegevens kunnen delen. Organisaties die straks ID-wallets moeten accepteren, kunnen dat niet alleen realiseren. De invoering ervan is namelijk complex en vereist samenwerking tussen overheden, bedrijven en instellingen: oftewel samenwerking in een ecosysteem. Wettelijke verplichtingen kunnen zo een stimulans zijn voor innovatie ecosystemen.

3. Verlaag risico’s en drempels

Samenwerken in ecosystemen brengt ook onzekerheden met zich mee. Hoe verdeel je eigenaarschap? Wie betaalt voor wat? Wat als het mislukt? Door drempels te verlagen, bijvoorbeeld via subsidies, goede governance en duidelijke afspraken, maak je het aantrekkelijker om mee te doen. Daarnaast helpt simpelweg het vooraf in kaart brengen van risico’s, om zo transparantie en betrouwbaarheid te vergroten.

4. Begin met kleine stappen

Vaak voelt het opzetten van een heel innovatie ecosysteem als een (te) grote stap, onder andere door onduidelijkheid waar te beginnen. Daarom kan het helpen om klein te beginnen, met behapbare stappen. Dit verlaagt de drempel en maakt het makkelijker om de eerste stap te zetten. Wanneer de eerste successen zichtbaar worden, wordt het voor anderen makkelijker om zich aan te sluiten. Voorbeelden zijn een eerste kleinschalig pilotproject of samenwerking. Zo is de gemeente Nijmegen, onder andere samen met InnoValor gestart met een kleinschalige pilot rond de ID-wallet in het sociaal domein. Er vinden gebruikers testen plaats hoe inwoners veilig en eenvoudig persoonlijke gegevens kunnen delen voor bijvoorbeeld inkomensondersteuning. Deze aanpak levert waardevolle inzichten op en laat zien hoe een kleine stap toch grote impact kan hebben.

5. Focus op waarde creatie

Zoals besproken in blog deel III, is het doel van een ecosysteem onder andere een gesloten waardenetwerk, waarbinnen iedereen waarde levert en waarde ontvangt. Door te focussen op de waarde die mensen en organisaties uit het ecosysteem kunnen halen, kunnen zij gestimuleerd worden om een ecosysteem op te zetten.

Tot slot

Innovatie ecosystemen ontstaan niet vanzelf, maar vragen om actie en middelen. Deze vijf stimulansen kunnen net het zetje zijn dat nodig is om ze echt van de grond te krijgen!