Wanneer geldt het recht op dataportabiliteit?
Dataportabiliteit onder de AVG is het (nieuwe) recht dat persoonsgegevens worden overdragen. Dat betekent dat de betrokkene niet alleen de gegevens kan inzien, maar ze ook kan opvragen. Hiermee kunnen gegevens makkelijker worden doorgegeven aan bijvoorbeeld een andere dienstverlener. Vooral omdat gegevens in een gestructureerd, gangbaar en machineleesbaar formaat – dus geen pdf - moeten worden overgedragen. Het zou zo kunnen gaan: de dienstverlener exporteert gegevens op verzoek van de diegene die de gegevens betreft naar een formaat dat de persoon zelf en/of een andere dienstverlener kan verwerken in een andere dienstverleningsomgeving. Het doel van dataportabiliteit is om de controle van de betrokkene op de eigen gegevens verder te verbeteren en zijn/haar positie ten opzichte van dienstverleners te versterken.
Het recht op dataportabiliteit geldt alleen wanneer gegevens worden verwerkt op basis van de volgende twee grondslagen: de gegevensverwerking is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst of als de betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking ervan. Voor andere grondslagen vervalt het recht op dataportabiliteit. Dat zijn in ieder geval alle diensten vanuit een wettelijke regeling. Uitkeringen, toeslagen, langdurige zorg, studiefinanciering, WMO. Voor veel van deze diensten is er maar één uitvoeringsorganisatie, dan is dataportabiliteit inderdaad onzin. Maar ook voor wettelijke regelingen kan dataportabiteit een prettige oplossing zijn. Bijvoorbeeld wanneer je gebruik maakt van WMO voorzieningen en je verhuist naar een andere gemeente, dan worden de voorzieningen in ene gemeente volledig geannuleerd, lever je je (maatwerk) spullen in en start je in de andere gemeenten met een geheel schone lei en een fris indicatietraject. Deze manier van werken zou overigens vele financiële en administratieve voordelen kunnen hebben voor de dienstverlener en de klant (lees: het scheelt een hoop werk en geld).